Nee, ESIS zal op basis van de aanwijzingen van Cito geen referentieniveaus voorspellen en dus geen uitspraak doen over of een leerling wel of niet 'op koers ligt' voor een bepaald referentieniveau. Cito legt in onderstaande FAQ uit waarom deze voorspelling niet juist is.
Uitleg van Cito
Op dit moment zijn er veel vragen over het gebruik van referentieniveaus en het LVS. Door het vernieuwde inspectiekader is er behoefte om in kaart te brengen welk deel van de leerlingen op een school het referentieniveau 1F en 2F/1S hebben gehaald.
Het Cito LVS is ontwikkeld om de groei van een leerling in kaart te brengen. We doen dit aan de hand van vaardigheidsscores. Na elke afname kijk je als leerkracht: Is mijn leerling gegroeid? En wat is het niveau van mijn leerling in vergelijking met andere kinderen in Nederland?
Vanaf groep 6 kun je met behulp van de LVS-toetsen ook zien of een leerling het referentieniveau 1F of 1S/2F heeft gehaald. Binnen het LVS kun je op dit moment vanaf groep 6 zien: de leerling heeft 1F nog niet gehaald, de leerling heeft 1F gehaald maar geen 2F/1S, de leerling heeft 1F gehaald en 2F/1S gehaald. Er wordt geen uitspraak gedaan over de mate van beheersing. Dus er wordt niet gezegd hoe lang het nog duurt voor de leerling bijvoorbeeld 1F heeft gehaald.
Op dit moment is er geen methode ontwikkeld om op een verantwoorde manier te bepalen of een leerling referentieniveau 1F en eventueel ook referentieniveau 1S/2F gaat behalen in groep 8.
De methode die door de LAS gebruikt wordt om te bepalen of een leerling 1F of 1S gaat halen in groep 8 gaat uit van een te sterke aanname (Rovict: ESIS hanteert deze methode dus niet). Er wordt namelijk vanuit gegaan dat het niveau ten opzichte van de andere leerlingen in groep 6 hetzelfde is als in groep 8. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met de groei van een leerling.
Leerling A heeft in M6 precies tussen niveau II en III gescoord. Ze heeft in groep 3 en 4 onder het landelijk gemiddelde gepresteerd, maar tussen groep 5 en 6 heeft deze leerling veel groei laten zien. We verwachten dat deze leerling de komende periode nog meer gaat groeien dan gemiddeld, dan zal deze leerling een bovengemiddelde leerling zijn.
Leerling B heeft in M6 precies tussen niveau II en III gescoord. Hij heeft in groep 3 en 4 boven het landelijk gemiddelde gepresteerd, maar vanaf groep 5 laat deze leerling minder groei zien dan gemiddeld. We verwachten dat deze leerling de komende periode gemiddeld of iets onder gemiddeld groeit. De leerling zal dan een gemiddelde leerling zijn.
In de voorbeelden zie je dat de leerlingen op M6 hetzelfde niveau hebben, maar dat de groei ook van invloed is op de verwachtingen in groep 7 en 8. De vaardigheid van leerlingen groeit in de jaren. Deze groei is bij elke leerling anders en afhankelijk van verschillende factoren. Een voorspelling doen op basis van het niveau van de leerling is te beperkt.