Om toetsresultaten in te kunnen voeren, dient u als eerste de toetsen die u wilt gebruiken te activeren. Dit doet u onder Instellen > Toetsen activeren.
U kiest een vormingsgebied en ziet de toetsen die daaraan gekoppeld zijn.
Met het plusje klapt u de toets met onderliggende toetsversies uit. U zet een vinkje voor de toetsen en toetsversies die u wilt gebruiken en klikt op <Wijzigingen in het scherm opslaan> om de selectie te bewaren. Daarna kunt u naar het volgende vormingsgebied gaan.
Zie ook: Welke toetsen zijn in ESIS aanwezig?