Onderstaande toetstabel is te vinden in een leerlingdossier.
In dit artikel lichten we enkele normeringen nader toe.
Tijd en fouten: AVI
Voor de AVI-toetsen kunt u tijd en fouten invoeren. De ingevoerde tijd en fouten worden getoond in de kolom TF, bijvoorbeeld 2:15 /4.
Dit betekent 2 minuten en 15 seconden en 4 fouten.
Gelezen en fouten: DMT
De DMT-toetsen kunnen ingevoerd worden met Aantal gelezen en Aantal fout.
DLE, LR% en LA
ESIS berekent een DLE (Didactisch Leeftijds Equivalent) op basis van de rekenregels van het DLE-boek van BOOM.
Het percentage leerrendement (LR%) is DLE/DL x 100%.
De leerachterstand (LA) wordt in ESIS berekend door 1-DLE/DL (1 minus DLE/DL).
Gecorrigeerd Niveau
Voor leerlingen die op een afnamemoment (bijvoorbeeld M5) een hogere of lagere toetsversie maken (bijvoorbeeld M6 of E4) geeft de niveaubepaling op toetsversie geen goed beeld. De niveaubepaling A-E en I-V worden bepaald op basis van de Cito-normeringen.
Bijvoorbeeld:
Op 25 mei 2011 (afnamemoment eind groep 5) wordt bij Dennis voor de toets SP2011 de E4-toetsversie afgenomen. Dennis haalt een vaardigheidsscore van 120 en heeft een C als vergeleken wordt met het afnamemoment E4. Maar als vergeleken wordt met het afnamemoment E5, heeft hij een E.
ESIS geeft dit weer als C>E en rekent met het gecorrigeerde niveau E op de overzichten.
Op alle plaatsen waar een niveau wordt weergegeven, als B>C of II>IV, is er sprake van een gecorrigeerd niveau. Deze gecorrigeerde niveaus worden alleen getoond bij leerlingen die op het afnamemoment niet de standaardtoetsversie maken.
Op de overzichten rekent ESIS met dit gecorrigeerde niveau.
Functioneringsniveau FN
Het functioneringsniveau wordt getoond als M5, E6, M6E6 of <M5. U krijgt daarmee een indruk van het vaardigheidsniveau van de leerling op het moment van afname in relatie tot het landelijk gemiddelde niveau.
Bijvoorbeeld als een leerling functioneringsniveau M4E4 heeft, dan betekent dit dat zijn vaardigheidsniveau op dat moment tussen het landelijk gemiddelde niveau voor medio groep 4 en eind groep 4 ligt.
Het functioneringsniveau wordt bepaald op basis van de Cito-normeringen.
Deze niveaubepaling is vooral geschikt voor leerlingen die een eigen leerlijn volgen en voor scholen van speciaal (basis-) onderwijs.
Bij alle toetsoverzichten en het leerlingdossier zijn deze functioneringsniveaus zichtbaar. In het ESIS schoolrapport wordt het functioneringniveau getoond indien hiervoor gekozen is.
Functioneringsniveau en DLE
- Het functioneringsniveau M5 zal in de regel een DLE laten zien van 15
- Het functioneringsniveau M6E6 zal in de regel een DLE laten zien van 37
- Het functioneringsniveau geeft een verdeling van het schooljaar in 4 stukken terwijl het DLE deze verdeelt in 10 eenheden.
NORM
Een toetsresultaat in ESIS wordt omgerekend naar een bepaalde normering of niveau. Bijvoorbeeld AE, IV, Functioneringsniveau of DLE. Bij sommige toetsen is ook de kolom NORM gevuld.
Deze kolom geeft extra informatie over het niveau waarin de leerling zich bevindt. Bij de Toets TL- Leestempo staat hier de aanduiding van het AVI-niveau. Bij andere toetsen kan hier bijvoorbeeld ONV (onvoldoende) of GOED staan.
Referentieniveau RN
Deze niveaus geven aan wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen om de drempel naar vervolgonderwijs goed te kunnen nemen. Het idee is dat leerlingen die het fundamentele niveau 1F beheersen, op een goede manier de overstap naar het voortgezet onderwijs kunnen maken. Leerlingen die dat niveau niet beheersen, zullen het lastiger krijgen in het vervolgonderwijs.
Niveau 1S voor Rekenen en niveau 2F voor Taal zijn het streefniveau voor leerlingen aan het eind van het basisonderwijs. Het niveau dus dat de gemiddelde en bovengemiddelde leerlingen kunnen halen. De referentieniveaus zijn absolute niveaus. Dus als alle leerlingen in Nederland beter gaan rekenen en lezen, zullen méér leerlingen niveau 1F en 1S/2F halen. Dat is een voordeel boven de relatieve vaardigheidsniveaus, waarbij het gevoel bestaat dat leerlingen ‘gestraft’ worden als hun taal- en rekenprestaties omhoog gaan. Want een leerling heeft in zo’n geval namelijk een hogere score nodig om bijvoorbeeld vaardigheidsniveau II te halen. (Citaat uit PO Actueel, Cito 2015, Jacqueline Visser)
De referentieniveaus worden alleen getoond bij de toetsversies met een voorkeursafnamemoment van E6 of hoger
- en bij de toetsen BL 2012, BL-3.0, RW 2012 en RW-3.0
- Na invoer van het toetsresultaat zie je het referentieniveau in het scherm in de kolom ‘RN’.
De referentieniveaus worden nu weergegeven op de afdruk van:
- de groepsprofiellijst: Overzichten en exporten > Toetsoverzichten > Overzichten per groep
- de toetslijst individueel: Overzichten en exporten > Toetsoverzichten > Overzichten per leerling.
De referentieniveaus zullen later aan andere overzichten worden toegevoegd.
Perioden
Door perioden (afnamemaanden) te definiëren, kunt u bij toetsen en toetsresultaten een selectie maken op periode.
De bedoeling hiervan is om de begin-, midden- en eindtoetsen eenvoudiger te kunnen selecteren.
Voorwaarde is, dat in de definitie de bijbehorende maanden juist zijn opgegeven.
Bij Inrichten > Hulptabellen - Algemeen kan bij het kopje periode een periode worden aangemaakt.
Hieronder ziet u een voorbeeld van veel gebruikte perioden:
Label | Begin | Midden | Eind |
---|---|---|---|
Beginmaand | 8 (augustus) | 12 (december) | 4 (april) |
Eindmaand | 11 (november) | 3 (maart) | 7 (juli) |