Cito-toetsen: taken ofwel toetsversies
Taken voor speciale leerlingen
U kunt deze toetsversies op de gebruikelijke wijze activeren. De score-invoer verschilt niet met die van reguliere toetsversies.
Toetsen op maat
In een groep wordt niet altijd bij alle leerlingen dezelfde toetsversie afgenomen. ESIS ondersteunt dit. U kunt per leerling opgeven welke toetsversie gemaakt is. Als een leerling een hogere of lagere toetsversie heeft gemaakt, wordt door ESIS een gecorrigeerd niveau (bijvoorbeeld B>C) bepaald.
Ook komt het voor dat leerlingen meer dan één toetsversie maken en er dus meerdere toetsresultaten binnen één periode zijn.
Bijvoorbeeld: u neemt toetsversie E6 af en constateert dat deze te moeilijk is. Vervolgens geeft u de leerling de toetsversie E5. U kunt nu beide resultaten in ESIS invoeren, maar eigenlijk is de eerste toetsafname ongeldig. In dit geval adviseren wij om alleen het resultaat van de E5-versie in te voeren.
De afnamedatum is belangrijk wanneer u van een leerling meer dan één toetsresultaat invoert in een afnameperiode. Op de overzichten in Opbrengsten en Dashboard Managementinformatie wordt alleen het laatste toetsresultaat van de afnameperiode in de evaluatiegegevens opgenomen. In de handleiding van de derde generatie toetsen worden aanwijzingen gegeven voor het bepalen van de juiste versie. Zie hieronder.
De afnamedatum
De afnamedatum is belangrijk, omdat deze bepalend is voor:
- het Cito-afnamemoment waarop het resultaat wordt genormeerd
- de didactische leeftijd waarop de DLE wordt berekend.
Versies en afnamemomenten
Er is een belangrijk verschil tussen Cito-toetsversies en -toetsafnamemomenten.
Toetsversie
Een toetsversie, in de Cito-documentatie meestal aangeduid als taak, is de verzameling van opgaven die is afgenomen. Dit is het toetsboekje of de digitale toetstaak. Deze heeft een naam, bijvoorbeeld M4 of M4E4 of M4-digi of M4-S+V1.
Afnamemoment
Een afnamemoment is een periode in een bepaald leerjaar waarin de leerling de toets heeft gemaakt. Afnamemoment M4 is de periode van medio leerjaar 4. Zo is voor Spelling 2012 afnamemoment M4 de periode van december t/m maart in leerjaar 4, waarbij de voorkeursmaand januari is. Die periode kan per toets verschillen, maar voor de meeste toetsen zijn deze periodes hetzelfde.
Normen en niveaus
Cito heeft per afnamemoment normen en niveaus (I-V of A-E of Functioneringsniveaus) vastgesteld. Per toetsversie heeft Cito aangegeven op welk moment deze bij voorkeur wordt afgenomen. Zo past versie M4-S+V1, zoals de naam al doet vermoeden, voor de meeste leerlingen het beste bij afnamemoment M4. Afnamemoment en naam van toetsversie komen dus voor de meeste leerlingen overeen.
Gecorrigeerd niveau
Maar u kent vast ook leerlingen waarvoor de versie M4 nog te moeilijk of juist te eenvoudig is op afnamemoment M4. Bij die leerlingen neemt u op dit afnamemoment wellicht een andere versie af, bijvoorbeeld E3.
Om nu die leerling waarbij versie E3 is afgenomen goed te kunnen vergelijken met de andere leerlingen van de groep, kunnen we de vaardigheidsscore behaald op versie E3 vergelijken met de normtabellen van afnamemoment M4. En zo krijgen we het gecorrigeerde niveau. Deze wordt in ESIS op de meeste plaatsen weergegeven als III > IV, waarbij de eerste waarde III het niveau is volgens het voorkeursafnamemoment van de toetsversie E3 en de tweede waarde IV het gecorrigeerde niveau volgens het afnamemoment M4.
Voorkeursafname bepalen voor de nieuwe derde generatie Cito-toetsen
De derde generatietoetsen (3.0) gaan uit van toetsen op maat. Deze toetsen kennen tussenversies (bijvoobeeld M4E4). Deze tussenversies zijn vereenvoudigde versies van de midden- of eindtoetsen. In de handleiding van deze toetsen beschrijft Cito het volgende over toetsen op maat:
U bepaalt per leerling welke toets het beste bij hem past. Bij de keuze van een passende toets gebruikt u de volgende gegevens:
- Indien aanwezig de uitslag van de vorige toetsafname:
Bekijk het functioneringsniveau van de leerling op deze toets. Wanneer de leerling in uw ogen wel vooruit is gegaan, maar minder snel dan een gemiddelde basisschoolleerling, kiest u de (tussen-)toets die op deze toets volgt. Wanneer deze leerling bijvoorbeeld bij de vorige toets scoorde op het gemiddelde niveau van eind groep 3, dan kiest u voor het volgende toetsmoment de E3M4-toets. Zo hoeft de leerling niet een te moeilijke toets te maken en ook niet twee keer dezelfde toets. - Het onderwijsaanbod:
Welke stof heeft de leerling de afgelopen tijd aangeboden gekregen? Het heeft geen zin om leerlingen een toets voor te leggen waarin veel opgaven voorkomen waarvan de inhoud nog niet is behandeld. - Het competentiegevoel van de leerling:
Is de leerling erg faalangstig? Kies dan voor een toets die niet te moeilijk is. - De samenstelling van de groep:
Maakt de hele groep de toetst M4, maar past volgens u de E4-toets beter bij één leerling van de groep? Dan kunt u ervoor kiezen om de hele groep dezelfde toets voor te leggen of één of meerdere leerlingen een andere toets te laten maken. U maakt zelf een afweging tussen praktische en inhoudelijke afwegingen.
Voor de leerling is het prettig om een toets te maken die past bij zijn of haar niveau. Toetsen op maat is echter alleen nodig als het niveau van de leerling fors afwijkt van het niveau van de toets. Als richtlijn kunt u hanteren dat toetsen op maat zinvol is als het niveau van de leerling meer dan één jaar lager of hoger is dan het niveau van de toets.
Toetsen waarbij u zelf het afnamemoment bepaalt
Er zijn ook toetsen, waarbij u zelf kunt kiezen op welk afnamemoment u de toetsversie afneemt. Deze toetsversies hebben ook een ‘gecombineerde’ versienaam, maar zijn in tegenstelling tot de hiervoor besproken tussenversies geen vereenvoudigde variant van de M- of E-afname. Lees dus altijd goed de handleiding van Cito om te bepalen hoe u de toetsen dient te plannen.
Toetsversies waarbij u zelf kiest of u deze afneemt op afnamemoment M of E, voert u in ESIS in op dat gebruikte afnamemoment, omdat een VS die behaald wordt op afnamemoment M4 anders wordt beoordeeld dan dezelfde VS die behaald wordt op E4.
Een voorbeeld:
De M4E4 kan ingevuld worden bij of M4 of E4, afhankelijk van het moment van afname. En zo kun je de uitslag van versie M5E5 invullen bij M5 of E5.
Wat doe je nu als je de M5E5 hebt afgenomen midden groep 4 (bijvoorbeeld)?
Dan vul je de score in bij M5. Dat is dan de score op de toetsversie. ESIS corrigeert de score dan naar M4, via de gecorrigeerde score (in ESIS weergegeven als bijvoorbeeld III>II).
AVI
Bij AVI-toetsen neemt u wellicht soms meerdere toetsen op één dag af, in de zoektocht naar het juiste beheersingsniveau of juiste instructieniveau. Die zoektocht resulteert uiteindelijk in één ‘geldige’ score met één bijbehorende ‘geldige’ afname. Dat is de score die u dient in te voeren in ESIS. De andere afnames waren eigenlijk ‘missers’ die niet het resultaat opleverden waar u naar zocht. U hoeft alleen die ‘geldige’ afname in te voeren. Volgt u deze werkwijze die ook door Cito wordt geadviseerd (zie ook de AVI handleiding), dan zal ook Dashboard Mijn Groep de juiste score tonen.
Woordenschat 3.0
Per leerjaar zijn er 4 sets van 20 opgaven beschikbaar. Deze sets hebben per groep dezelfde
moeilijkheid. U kunt daardoor zelf variëren met de inhoud van de toets.
U kiest twee sets met opgaven op het niveau van het leerjaar waarop u de toets wilt afnemen. Dit zijn
de twee taken van de toets. U kunt dezelfde combinatie bij de hele groep afnemen, maar het is ook
mogelijk om bijvoorbeeld leerlingen die doubleren een andere setcombinatie voor te leggen.
Als u de resultaten handmatig in ESIS invoert, dan zet u - zoals u gewend bent - per leerling de juiste
toetsversie klaar. Als bij een leerling bijvoorbeeld de sets B en D van versie M5 zijn afgenomen, dan
vult u de ruwe score in bij versie M5BD. Als de digitale variant van deze sets is afgenomen, dan vult u
de vaardigheidsscore in bij versie M5BD-digi.
Als u op maat toetst en u midden leerjaar 5 de versie M4 (bijv. set A en B) afneemt, dan vult u - zoals
u gewend bent - het resultaat in bij de versie M4AB. De leerling krijgt dan een gecorrigeerde score
(bijv. ‘II>III’).
Gebruikt u DULT, dan zal het resultaat via de koppeling in ESIS worden ingelezen.
Taalverzorging
Als u de volgende vier toetsen heeft afgenomen
- TV-Spelling niet-werkwoorden
- TV-Spelling werkwoorden
- TV-Grammatica
- TV-Interpunctie
dan kunt u ook de toets Taalverzorging (TV) invoeren om het referentieniveau te bepalen.
Bij Taalverzorging vult u als score het totaal aantal goed van de vier onderliggende toetsen samen in. Deze totaalscore wordt vervolgens gebruikt om het referentieniveau vast te stellen.
De toets Taalverzorging kunt u invoeren voor de afnames M7, E7 enM8