Inleiding
Voordat u gebruik kunt maken van de OSO-module in ESIS, dient u een aantal voorbereidende handelingen uit te voeren. Dit betreft het activeren van de koppeling, het toekennen van gebruikersrechten, een selectie van standaard instellingen en de aanpassing van de hulptabel Diagnosesoorten. Dit artikel beschrijft de uitvoering van de stappen hiervoor:
1. Activeren en beëindigen van de OSO-koppeling in ESIS.
2. Het regelen van de toegang in ESIS tot de OSO-module. U geeft in ESIS de gebruikers, die de taken rondom de Overstapdossiers in ESIS gaan uitvoeren, het recht op het gebruik van het OSO-dossier.
3. Selectie van de instellingen OSO. U past de algemene instellingen (waaronder het e-mail adres OSO) in ESIS aan voor het gebruik van het OSO-dossier.
4. Aanpassing OSO-code in hulptabel Diagnosesoorten. U koppelt de landelijke OSO-code voor diagnoses.
Activeren en beëindigen van de OSO-koppeling in ESIS
Wenst u de OSO-koppeling te activeren, dan volgt u de volgende stappen:
- Ga in het Menu ESIS naar de pagina Import-Export-Koppelingen > Koppelingen.
- In het scherm Koppelingenoverzicht klikt u op Overige koppelingen.
- Achter OSO-koppeling klikt u op de knop . U komt in het activatiescherm.
- In het activatiescherm vult u het aanleverpunt in dat u op de beveiligde OSO-website hebt aangemaakt.
Meer informatie over het aanmaken van een aanleverpunt-OSO, en de overige stappen die door de school gezet moeten worden om aan te kunnen sluiten bij OSO, staan in aansluiten-school.
Onder Import-Export-Koppelingen > Koppelingen ziet u vervolgens de status van de OSO-koppeling:
Let op:
Onder gebruikersvoorwaarden staat een pdf met de voorwaarden op basis waarvan de koppeling beschikbaar wordt gesteld. Leest u deze vooral zorgvuldig door voordat u de koppeling activeert.
Met de knop kunt u te allen tijde de koppeling met OSO verwijderen!
Het regelen van de toegang in ESIS tot de OSO-module
Bij de uitlevering van de OSO-functionaliteit door Rovict wordt het recht op toegang in ESIS tot het OSO-menuonderdeel gekoppeld aan de standaardrollen Supervisor, Groepsleerkracht, Interne Begeleider en administrateur of de afgeleide rollen hiervan. Zie hiervoor ook Gebruikers en rollen.
De gebruiker met deze rechten kan in ESIS bij Uitwisseling > OSO-Overstapdossiers de OSO-dossiers voorbereiden en gereed maken en de aanvragen inzien en beheren.
De ESIS-Supervisor op uw school of bij uw bestuur kan bij Inrichten > Gebruikers en rollen - Rol deze rechten aanpassen.
Selectie van de instellingen OSO
Er is een aantal instellingen die vooraf gezet kunnen worden om de algemene werking van OSO te structureren: Hiervoor gaat u naar Inrichten > Instellingen > OSO overstapdossier
U kunt hier het volgende instellen:
Selectie van Deeldossier
Deze instelling bepaalt bij het maken van een OSO overstapdossier welke deeldossier ESIS als default neer zet. U kunt deze instelling wijzigen naar LAS of LASLVS.
- LAS betekent alleen de basisgegevens (ESIS A).
- LASLVS betekent een compleet dossier met zowel de administratieve gegevens als de toets en zorggegevens.
E-mail adres OSO
Hier stelt u in ESIS in naar welk e-mail adres een mail verstuurd wordt als de school een verzoek krijgt om een OSO-dossier klaar te zetten. U kunt hier minimaal 1 en maximaal drie e-mail adressen opgeven.
Nadat u deze gegevens heeft ingevuld en opgeslagen is het van belang dat u een OSO scherm in ESIS opent. Alleen dan worden de wijzigingen goed opgeslagen en krijgt de juiste persoon de e-mail.
Selectie Toetsresultaten en Zorg.
Bij het maken van een OSO overstapdossier LASLVS wordt default drie schooljaren opgehaald bij het samenstellen van de het overstapdossier. U kunt hier de instelling wijzigen.
Bij een overstapdossier van type LASLVS moet er minimaal één schooljaar aan gegevens opgehaald worden. Als u hier dus aangeeft 1 schooljaar, dan worden in het overstapdossier de toets- en zorggegevens toegevoegd van het huidige schooljaar.
Aanpassing OSO-code in hulptabel Diagnosesoorten
Binnen OSO is afgesproken om voor "Diagnoses" de landelijk geldende codering te gebruiken. Deze codering is in ESIS opgenomen. U kunt de codes koppelen aan de diagnosesoorten die u heeft ingevoerd in de hulptabel Diagnosesoort. Alleen als u deze hulptabel heeft bijgewerkt kunnen diagnoses in de overstapdossiers door ESIS correct worden verwerkt. Deze hulptabel kan aangepast worden door gebruikers met de standaard rol: interne begeleider, supervisor of applicatiebeheerder.
Ga naar Inrichten > Hulptabellen - Hulptabellen Dossier - Soort Diagnose
U ziet hier de diagnosesoorten die ingevoerd zijn. In het rechter schermdeel staat het veld: OSO-code. Voor elke diagnosesoort dient u een OSO–code op te geven.
In de keuzelijst OSO-code selecteert u een code en klikt u op de knop Opslaan.